Ontdekkingsreis naar meer vrouwelijke energie
Mijn tweede MDMA ervaring
Polariteiten hebben me altijd gefascineerd—de tegenstellingen die ons leven vormgeven. In mijn zoektocht naar balans ontdekte ik dat ik vaak in mijn masculiene energie zat: gericht op doen, controle, en resultaat. Maar diep van binnen verlangde ik naar een zachtere kant, naar het omarmen van mijn feminiene energie, die draait om overgave, aanwezigheid, en verbinding. Deze wens bracht me op een pad van zelfontdekking dat leidde tot tantra-workshops en uiteindelijk tot mijn eerste MDMA-reis onder begeleiding van een psychologe. Ik verwachtte dat deze psychedelische ervaring me dichter bij mijn vrouwelijke energie zou brengen, maar de reis nam een onverwachte wending. Het beleefde leven als heks in de middeleeuwen, een harde en gevaarlijke realiteit, bracht me nieuwe inzichten over mijn afstand tot vrouwelijke energie. Vrouw zijn is niet altijd makkelijk, en het is vaak zelfs gevaarlijk geweest.
Deze keer voelde ik me klaar om verder te gaan en me echt te verdiepen in het ‘vrouw zijn’. Mijn meest recente MDMA-reis bracht verrassende lessen over mezelf, mijn familie, en de verborgen verhalen die mijn vrouwelijke kracht vormgeven. Ik deel mijn ervaringen en lessen graag met jou, in de hoop dat ze ook bij jou iets losmaken…
Mijn intentie
Deze keer hoopte ik die zachtheid te vinden waar ik zo naar verlangde—een diepe, zachte verbinding met mijn vrouwelijke energie. Maar telkens als ik aan de sessie dacht, verschenen mijn twee oma’s voor mijn geestesoog, alsof ze riepen om gezien en gehoord te worden. Het voelde alsof de vrouwen in mijn familie eerst erkenning wilden voordat ik mijn innerlijke reis verder kon maken. Om deze energie welkom te heten, maakte ik een fotocollage van de vrouwen in mijn familie. Vrolijke foto’s waren moeilijk te vinden; hun leven was vaak zwaar geweest. Toch koos ik bewust voor beelden die vreugde uitstralen, om de energie van de collage in de kamer te laten resoneren met mijn intentie voor deze reis.
De dag voor de sessie, stuurde ik ’toevallig’ een vriend de link naar mijn gratis audioboek ‘Wat is jouw excuus?’. Hierin deel ik mijn ervaringen met de goede doelenwereld en mijn deelname aan Expeditie Robinson. De dag voor de reis luisterde ik urenlang naar mijn eigen boek, compleet verdiept in mijn eigen verhaal. Deze keer hoorde ik mijn gevecht met de goede doelenwereld door de lens van machtsverhoudingen tussen het masculiene en het feminiene. Dit inzicht zong nog na in mijn geest toen ik de sessie inging.
De reis
Vanaf het begin voelde ik dat deze tweede MDMA-ervaring anders zou zijn. Hoewel ik een lichte spanning voelde, merkte ik dat ik me sneller overgaf aan het ‘medicijn’ dat mijn hersenen begon te verkennen. Dit keer wist ik dat de sleutel was om te voelen in plaats van te denken. Terwijl ik mijn vingertoppen over elkaar wreef en zachtjes begon te bewegen, voelde ik de energie langzaam over me heen komen. De overgang voelde moeiteloos. In tegenstelling tot de eerste keer, toen ik in een soort ‘freeze’ raakte, had ik nu een manier gevonden om het bewust mee te maken. Dit gaf me een gevoel van vreugde en trots—ik wist dat ik het aankon.
Al snel voelde ik de bekende schokken van energie door mijn lichaam, zoals ik die ken van energiewerk en tantra. Ik bewoog met de energie mee, gromde zelfs, terwijl de beschermende ‘tijger’ in mij naar boven kwam. Het was intens, maar voelde vertrouwd. Ik legde aan de therapeute uit: “Dit is oké, hoor. Ik ken dit van het energiewerk.” Ik wilde niet dat zij zich ongemakkelijk zou voelen, maar het voelde voor mij volledig natuurlijk en veilig. Door deze herkenning en vertrouwdheid kon ik me volledig overgeven aan de ervaring en alles toelaten wat naar boven wilde komen.
Maskers van macht en kwetsbaarheid
In deze reis bevond ik me opnieuw in een archetypische rol, maar dit keer was ik geen lieve vrouw die mensen wilde helpen; ik was een priesteres in een tempel, gehuld in macht en mysterie. Ik voelde de kracht die ik bezat, maar ook de kilte ervan. Ik hield iedereen op afstand door een muur van macht te creëren, anderen bang te maken zodat ik mijn eigen kwetsbaarheid kon verhullen. “De Gouden Verbinding is allang verloren,” hoorde ik mezelf uitleggen aan de psychologe, die tijdens de sessie alles noteerde wat ik zei. Het was alsof mijn ziel een les gaf aan mijn bewustzijn. De enige manier waarop ik dacht dat ik mezelf als priesteres kon beschermen, was door anderen te domineren en controle uit te oefenen. Ik voelde de haat die de anderen me toedroegen; ze stuurden donkere energie op me af. Ik was constant op mijn hoede, durfde zelfs niet meer te slapen uit angst dat ze me zouden verraden of terugpakken.
Deze gevoelens van angst en kwetsbaarheid bleven me ook na de sessie achtervolgen, en namen een nieuwe vorm aan in mijn dromen. De nacht na de sessie droomde ik een mooi meisje was dat probeerde te ontsnappen aan een transport naar een concentratiekamp. Achtervolgd door bewakers rende ik door de smalle straatjes van een klein stadje, mijn hart bonzend in mijn borstkas, op zoek naar een veilige schuilplaats. Toen ik een man op straat zag, greep ik hem wanhopig vast en smeekte: “Verberg me, ik doe alles voor je.” Hij bleek een goed mens te zijn, eigenaar van een bekend restaurant. Ik vertelde hem eerlijk dat ik Joods was en zei: “I want to hide in plain sight.” Hij liet me in zijn restaurant werken als serveerster.
In die droom probeerde ik op allerlei manieren mezelf te verbergen: door me te verkleden, een bril te dragen, mijn houding te veranderen, mijn haar te verven. Ik deed alles om niet op te vallen. Maar ik wist diep van binnen dat, ongeacht hoeveel ik probeerde mijn uiterlijk of gedrag te veranderen, mijn energie en essentie niet te verbergen waren. Mijn licht, mijn botstructuur, mijn lach—die kon ik niet verbergen. Ik probeerde constant om mezelf in te houden, mijn licht te dimmen, onzichtbaar te zijn. Zelfs toen ik wakker werd, voelde ik dat gevoel van jezelf klein maken, verstoppen, je energie inperken. Het was alsof mijn lichaam nog steeds vastzat in die droom. En ik besefte hoe verschrikkelijk het is om te proberen te overleven zonder echt te leven.
Een andere droom versterkte dit thema. Ik stond op een boot, waar ik achter een hek veilig dacht te zijn voor grote walrussen die me op wilden eten. Toen ik de walrussen begon uit te dagen, ontdekte ik al snel dat mijn gevoel van veiligheid een illusie was. Die beesten waren zwaar gefrustreerd dat ze me niet konden pakken. Een kleinere walrus vond een opening en glipte door de spijlen. Ik was niet langer veilig. Ik besefte dat ‘veiligheid’ een illusie is: het is altijd tijdelijk en kwetsbaar. Het is niet slim om je vijand uit te dagen.
Deze drie ervaringen—de priesteres in de tempel, de vluchteling die probeert te ontsnappen, en de uitdager op de boot—brachten dezelfde les naar voren: je kunt niet blijven proberen jezelf groter of kleiner te maken, jezelf te verbergen of anderen buiten te sluiten om controle te behouden. De enige weg vooruit is authentiek te zijn—niet te veel, niet te weinig, niet anderen uitdagen, gewoon precies zoals je bent, met al je licht en je schaduw.
Vrouwelijke verbinding en het delen van verlies
Tijdens de reis werd ik niet alleen geconfronteerd met mijn eigen maskers en patronen, maar ook met de verhalen van de vrouwen in mijn familie. Ik voelde hun aanwezigheid en hoorde hun stemmen—sommigen van hen vastgeklonken in hun eigen pijn en verdriet. Ze vertelden me dat ze niet zo wilden zijn—niet vastzitten in slachtofferschap of drama—maar dat ze gewoon geen andere uitweg zagen. Ik besefte dat ik sommigen van hen nooit echt had gezien en vaak te snel mijn oordeel klaar had. Een wijs deel van mij gaf hen advies; bijvoorbeeld aan een van mijn oma’s, die de neiging had om ziektes te verzinnen om aandacht te krijgen. Ik stelde voor dat ze in plaats daarvan geïnteresseerde vragen zou stellen, om op een oprechtere manier verbinding te maken. Ik vroeg alle vrouwen om hun harten een beetje te openen, om licht toe te laten, om zachter te zijn voor zichzelf en voor elkaar.
Een ander fragment van mijn reis als priesteres bracht het thema van verbinding naar voren. Op een gegeven moment probeerden we met alle priesteressen uit de tempel te ontsnappen; we verlangden ernaar om gewone vrouwen te zijn, deel uit te maken van de gemeenschap van dorpsvrouwen. We hadden geen idee welke exclusieve positie we innamen en dachten dat we ons eenvoudig met hen konden verbinden. Maar toen we het probeerden, beseften we hoe weinig we wisten van het gewone leven—zelfs iets eenvoudigs als de was doen was ons vreemd. De dorpsvrouwen wezen ons af, en daardoor hadden we geen andere keuze dan bescherming te zoeken bij de mannen. Zo ontstond er een nog grotere kloof tussen ons en de gewone vrouwen. Deze ervaring toont aan dat zelfs als we verbinding proberen te maken, de afstand soms te groot is, en dat kan leiden tot meer isolatie en vervreemding.
Een belangrijk thema dat naar voren kwam was het verlies dat alle vrouwen in mijn familie en vriendenkring, elk op hun eigen manier, hadden meegemaakt. Mijn drie sterretjes, de miskramen die me moeder hebben gemaakt en tegelijkertijd niet, kwamen ook langs tijdens deze reis. Ik voelde hun aanwezigheid, leerde hun namen en karakters kennen. Ik vroeg hen: Waarom? Hoe? Wat wilden ze me vertellen? Eén van hen riep zelfs: “Mam, kijk, ik kan zwemmen.” Die simpele woorden raakten me diep; iemand die me “mam” noemt. Ze kwamen meerdere keren terug. Ik voelde geen verdriet, maar was nieuwsgierig en luisterde naar hun boodschap. Ze gaven me zelfs advies.
Langzaam besefte ik hoe het thema van verlies door de generaties heen is doorgegeven. Niet alleen mijn eigen verlies, maar dat van al die vrouwen om me heen—mijn familie, mijn vriendinnen. Verlies van kinderen, van dromen, van een deel van zichzelf. Mijn overgrootoma overleefde twee van haar drie kinderen; een andere oma had door druk werk nooit de ruimte om echt contact te maken met haar vele kinderen, terwijl een andere haar kinderen afstootte door haar energie’getrek’. Een vriendin verloor haar zoon in een rechtszaak, een ander raakte vervreemd van haar kinderen door een scheiding, en weer een ander moest lijdzaam toekijken hoe haar dochter zich in de puberteit extreem tegen haar afzette. Sommige vriendinnen kregen nooit de kinderen die ze graag hadden gewild, terwijl een ander, na een hersenbloeding, vooral bezig was met de angst om haar kinderen te verliezen. Elk van deze vrouwen draagt het thema ‘verlies van kinderen’ op haar eigen manier. En terwijl dat verlies diep snijdt, staat er ook een immense, onvoorwaardelijke liefde tegenover. Het is die liefde die de pijn van het verlies zo intens maakt.
Ik begon in te zien dat het niet gaat om perfectie of om te proberen een pijnloze realiteit te creëren, zoals de priesteressen in de tempel misschien dachten. De kunst is juist om in de alledaagse ellende – temidden van de pijn en de onmacht – schoonheid en licht te vinden. De priesteres gaf als advies: “Het is aan ons om ‘sterrenstof’ over ons leven te strooien en te delen met anderen.”
Deze reis bracht verschillende puzzelstukjes samen van alle vrouwen die me zijn voorgegaan en die naast me staan. Ik voelde dat het doel van deze MDMA-reis was om al die versnipperde vrouwelijke energieën te bundelen. Al die vrouwen die zich niet gezien voelen als vrouw, als moeder. We proberen allemaal sterk te zijn, en daardoor zien we vaak alleen maar de sterke façade van de ander. Als we allemaal op onszelf blijven staan en ons verdriet achter de schermen houden, blijven we versnipperd en alleen. Maar als we onze ervaringen, onze pijn, en ons verdriet met elkaar delen, ontstaat er echte verbinding. We kunnen elkaar steunen en en elkaar echt zien. Wanneer we onze kwetsbaarheden met elkaar delen, vinden we steun en sterkte in elkaars aanwezigheid. Dan staan we niet alleen, maar samen—en samen zijn we sterk.
‘Ik ben gewoon een klein meisje’
Tijdens de reis kwam er een moment van diepe kwetsbaarheid. De krachtige priesteres, die anderen op afstand hield met macht en controle, onthulde dat ze eigenlijk gewoon een klein meisje was dat gezien wilde worden. Haar muur van kracht was slechts een verdedigingsmechanisme om haar ware, kwetsbare zelf te beschermen. Dit raakte me, omdat ik diezelfde behoefte voelde om mezelf te laten zien zonder maskers.
In dat veilige moment werd ik zelf dat kleine meisje en vroeg zachtjes: “Wil je met me spelen?” Dit simpele verzoek bracht een golf van speelsheid en vreugde naar boven. Later, tijdens de reis, riep ik spontaan uit: “Ik ben een aardbei!” en barstte in lachen uit. “Ik wil een aardbei op mijn neus!” De beelden van een dansende aardbei en banaan in een Marokkaanse setting, begeleid door kashba-muziek, herinnerden me eraan hoe belangrijk speelsheid is.
Deze ervaring liet me inzien dat achter al onze volwassen rollen en façades, de behoefte om te spelen en vrij te zijn altijd aanwezig blijft. Het innerlijke kind in ons allemaal verlangt ernaar om soms gewoon te spelen, te lachen en zich vrij te voelen—zonder oordelen, zonder angst.
‘Daar ben ik makkelijk vanaf gekomen’
De MDMA reis werkt altijd nog een tijdje door, daarom verblijf ik een paar dagen in een hotel in de natuur, om de ervaring verder te laten bezinken. De dagen na de reis voelde ik me bijzonder open en creatief. Ik werd overspoeld met inspiratie en ideeën over hoe ik mijn nieuwe inzichten in mijn theatershow kon verwerken. Na de zoektocht naar mijn identiteit en vrouwelijkheid, en de uitdagingen om dat te vinden, voelde dit als een soort integratie. Ik wist precies welke muziek ik wilde gebruiken en hoe ik mijn ervaringen echt voelbaar kon maken voor het publiek.
Tijdens een van mijn wandelingen door het bos voelde ik me enorm verbonden met de natuur. Ik kwam een dood muisje tegen en besloot om het te eren door er bloemetjes en eikeltjes omheen te leggen. Daarna verzamelde ik nog een handjevol eikeltjes en strooide die elders, zodat daar nieuwe bomen kunnen groeien. Onderweg vond ik wat wilde bramen die ik plukte en op at. Even later zag ik dat iemand anders een klein kunstwerkje had gemaakt van een blad, vastgebonden met stokjes, met een paar steentjes erin. Ik voegde er zelf ook wat bloemetjes aan toe. Het waren de kleine wonderen van de natuur die zich aan je openbaren als je ervoor openstaat. Je ziet zulke mooie dingen en geniet er extra van. Het voelde echt als een cadeautje om door het bos te lopen.
Toch merkte ik ook hoe makkelijk het is om weer terug te vallen in oude patronen. Al gauw bracht ik weer een groot deel van de dag door op mijn telefoon—een manier om niet meer in de ervaring te zitten, maar toch weer in mijn hoofd te kruipen of mezelf af te leiden. Ik voelde dat er nog iets dieps was waar ik niet helemaal in was gegaan.
’s Nachts, terwijl ik probeerde de ervaring af te sluiten en terug in mijn hoofd te komen, merkte ik hoe mijn gedachten zich steeds herhaalden. Is zo’n reis maken decadent? Of is het een geboorterecht? Of misschien shamanisme? Waarom ga ik er zo nonchalant mee om? Moet het heilig zijn? Of juist normaal? Is it a luxury? Or a birthright?
De erfenis van verdriet
Net voor de MDMA-reis had ik de oorlogsdagboeken van mijn Joodse opa in handen gekregen, die hij tijdens zijn onderduikperiode had bijgehouden. Er zaten ook brieven bij van zijn ouders en andere familieleden, gesmokkeld uit de concentratiekampen. Mijn vader had ooit geprobeerd er een boek van te maken, en ik voelde nu de drang om dat project voor hem en de rest van de familie af te maken. Een paar dagen na mijn MDMA-reis voelde ik een sterke behoefte om de onderduikverhalen van mijn opa weer op te pakken. Alsof ik meer verbinding zocht met de emoties die erin zaten. Ik besefte dat ik de MDMA-reis misschien te vroeg had afgesloten door al snel op mijn telefoon te gaan zitten, om te denken dat ik deze keer ‘goed was afgekomen’.
Tijdens het lezen kwamen er inderdaad emoties naar boven. Ik raakte ontroerd door het verhaal van mijn overgrootopa Samuel, die weigerde onder te duiken en schreef: “Als mijn volk ten onder gaat, dan ga ik met mijn volk ten onder.” Zijn vastberadenheid raakte me, maar ik besefte ook het verschil tussen hem en mij. Ik ben een overlever; ik zou koste wat kost proberen te ontsnappen en te overleven.
Een ander moment dat me diep trof, was toen ik las over de onderduiktijd van mijn opa en oma. In de herfst van 1944, net voor de hongerwinter, dachten ze dat de bevrijding nabij was. De blijdschap die ze voelden, gevolgd door de teleurstelling toen dit niet zo bleek te zijn, gaf aan hoe lang ze hun spanning hadden moeten vasthouden, zelfs toen ze dachten dat het bijna voorbij was.
Ik voelde dat er iets groots en onbenoembaar onder de oppervlakte naar boven wilde komen, iets dat me verder uitdaagde. Omdat ik wist dat ik door de reis nog heel ‘open’ stond, besloot ik dat gevoel de ruimte te geven door een intense oorlogsfilm, ‘Zwartboek’, te kijken. Tijdens de film barstte ik meerdere keren in huilen uit. Eerst dacht ik dat het kwam doordat ik me identificeerde met de hoofdrolspeelster die in het verzet gaat en probeert te overleven.
Maar toen de film afgelopen was, bleef ik huilen. Voor het eerst voelde ik echt de diepte van de verhalen waarmee ik ben opgegroeid. Dit verdriet, dat zich aan mij presenteerde, was veel groter dan alleen het verdriet van mijn familie. Het ging om alle Joodse mensen die uit hun huizen werden verdreven, verdwenen en vermoord—gewone mensen voor wie alles plotseling veranderde. Het aantal was overweldigend. Ik bleef maar denken: “Al die mensen, al die mensen.” Voor het eerst voelde ik me diep verbonden met hen. Dit is ook een deel van mij, een deel dat ik nu ook naar buiten mag brengen. Het voelde als een soort ‘coming out’.
Het verdriet werd enorm, bijna ondraaglijk groot, en ik voelde de kracht ervan in mijn lichaam. Het was beangstigend om die intensiteit te voelen. Ik gebruikte de tools die ik tijdens tantra en ander energiewerk had geleerd: bewegen, geluid maken, ademen, mijn hart openen. Het verdriet kwam en ging in golven, wat me ruimte gaf om tussendoor even ‘op adem te komen’. In zo’n pauze appte ik een vriend: “Ik heb het gevoel dat dit is voor alle mensen waar nooit om getreurd is, omdat er niemand meer over is.” Hij antwoordde bezorgd: “Dit is te groot, neem niet al dat verdriet op je. Er zijn genoeg mensen die aan ze denken. Bescherm jezelf.” Maar ik voelde juist dat ik dit WEL op mijn schouders wilde nemen.
Initiatie in heling
Met deze gedachte besloot ik het verdriet echt door me heen te laten stromen. Ik creëerde een rituele setting met een kaarsje en mooie muziek om me heen, wat me hielp om enige controle te behouden te midden van deze overweldigende emoties.
Het voelde alsof er een soort initiatie begon. Het was een combinatie van ‘hekserij’, ritueel en energiewerk. Ik ging op mijn knieën op bed zitten, mijn armen omhoog, en voelde een vuur door me heen stromen, van beneden naar boven. Golven van verdriet volgden dat vuur, en ik voelde hoe het me schoonbrandde. Het was intens en rauw; ik huilde, gromde en bewoog, geleid door iets diepers waarvan ik niet precies wist wat het was, maar ik wist wel gek genoeg precies wat ik moest doen.
De golven van emotie bleven komen en gaan. Tussendoor appte ik die vriend om een soort verslag te doen , deels om mezelf geaard te houden in de realiteit, maar ook om hem gerust te stellen. Dit was zo groot en bijzonder; ik voelde dat ik me verbond met iets collectiefs.
Ik zag een koepel van een moskee of synagoge, blauw, met één ster erin—een gouden ster of een lichtstraal die binnenkwam. Dit symbool vertegenwoordigde het immense probleem in het Midden-Oosten en de diepgaande pijn die daar nu speelt. Nu ik had ingetapt op het collectieve verdriet dat onder Joodse mensen leeft, begon ik ook het onrecht en de strijd die momenteel in het Midden-Oosten plaatsvinden, te begrijpen. Alle betrokken volkeren voelen dat onrecht, de dreiging, het niet gezien worden. De pijn die ze hebben ervaren, transformeren ze in haat en agressie naar anderen. Het verdriet wordt bedekt met boosheid, haat en geweld. Dit is “oog om een oog”—liefde voor de eigen familie en volk, een oer-beschermdrang. Het leidt tot ‘wij tegen hen’, terwijl we eigenlijk allemaal één zijn.
Wat ik inzag, is dat dit collectieve verdriet ook enorme kracht en liefde in zich draagt, maar dat het kan veranderen in haat en vernietiging als het niet verwerkt wordt. Dit moeten we proberen op te lossen met liefde en licht. De les die ik hieruit meenam, is dat als pijn en verdriet kunnen worden geuit, ze niet als woede naar buiten hoeven te komen.
Uiteindelijk ging het niet meer om het verdriet zelf, maar om het toelaten van sterke emotie—iets waar ik altijd bang voor was geweest. Door het door me heen te laten stromen, zonder het te willen begrijpen of controleren, werd het op een gegeven moment geen emotie meer, maar pure energie. Dit proces voelde als een initiatie in iets nieuws. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik zulke sterke emoties echt toeliet, ze zelfs verwelkomde, zonder er bang voor te zijn. Ik voelde me overweldigd, maar het transformeerde uiteindelijk in iets anders. Toen ik de volgende dag wakker werd, wist ik dat dit een initiatie was geweest.
Het is misschien wel het meest bijzondere wat ik ooit heb meegemaakt. Ik ben trots op mezelf dat ik dit aandurfde, dat ik de tools had om hier niet voor weg te vluchten. (Wat ik natuurlijk wel een beetje deed door na de MDMA-reis snel op mijn telefoon te gaan.) Dit is enorm. En ik voel dat dit nog maar het begin is…
Een diepere reis naar zelfontdekking
Deze reis was veel meer dan alleen een zoektocht naar mijn vrouwelijke energie; het voelde als een diepgaande initiatie in de complexiteit van het mens-zijn—een ervaring die het spectrum van overleven tot werkelijk leven omvatte, van pijn naar vreugde. Wat ik heb ontdekt, is dat het omarmen van mijn emoties en het toelaten van diep verdriet, zelfs als het overweldigend is, een krachtige weg is naar heling en transformatie. Ik realiseerde me dat overleven niet voldoende is; het echte werk ligt in het leven in je volledige waarheid en het laten stralen van je licht.
Deze ervaring heeft me niet alleen dichter bij mezelf gebracht, maar ook bij de mensen, de verhalen en de geschiedenis die me hebben gevormd. Terwijl ik nu verder ga op dit pad, voel ik sterk dat dit nog maar het begin is. De reis naar het volledig omarmen van wie ik werkelijk ben, met al mijn facetten, is een avontuur dat ik met nieuwsgierigheid en open armen tegemoet zie.
Wat deze reis me duidelijk heeft gemaakt, is dat elke stap dieper gaat dan de vorige. En terwijl ik voortga, nodig ik ook jou uit om je eigen weg te vinden naar heling en volheid—om te ontdekken wat er gebeurt als je jezelf toestaat helemaal te zijn wie je bent.
En jij?
Waar in je leven voel je de behoefte aan meer balans? Welke emoties of ervaringen schuif je misschien opzij, terwijl juist die je zouden kunnen leiden naar groei en heling? Wat betekent het voor jou om vrouw te zijn, of om je eigen authentieke zelf te omarmen?
Ik nodig je uit om samen met mij te reflecteren: wat zou het voor jou betekenen om helemaal jezelf te zijn—niet te veel, niet te weinig, maar precies zoals je bent? Misschien is dit het moment voor jou om een nieuwe richting in te slaan, om dieper te duiken in je eigen ontdekkingsreis. Ik ben benieuwd hoe jouw pad eruitziet en wat je onderweg zult ontdekken.
Waarschuwing
MDMA is niet voor iedereen geschikt. Een pil nemen op een festival is niet dezelfde ervaring als een MDMA-begeleide retraite met een ervaren therapeut of begeleider. De context is belangrijk, de voorbereiding is belangrijk (ik onderging een grondige lichamelijke en psychologische controle), en de nazorg is belangrijk (bij mijn retraite was hulp bij integratie inbegrepen). De “set & setting” zijn cruciaal voor het (leer)proces. Zoek altijd professioneel advies als je geïnteresseerd bent in deze ervaring.
Er zijn overigens ook andere manieren om in een andere staat van zijn te komen – zoals ademwerk, meditatie, vasten, hypnose, enzovoort – die je ook inzichten kunnen geven die je normaal niet zou hebben.